Zilver uit de zilversmederij van de Schijfsma's

4180

2 Naaldenkokers, cilindrisch met gladde bolle deksels, doppen glad klemmend. Cilinders gewalst met motiefschijfjes volgens speciale techniek, waardoor naadloze kokers ontstonden.

Links: gewalst met 12 schijfjes met 6 verschillende motieven, afgezien van de gladde banden en muntranden.

JS 183, kleinkeur (1847/53) L117xD13, 17 gr.

Rechts: gewalst met 3 brede cilinders met hetzelfde motief, waartussen gladde banden en muntranden.

JS 183, kleinkeur (1847/53) L120xD13, 16 gr.

4181

6 Koffielepels, spadels in viool-contouren, glad, enkelzijdig dubbelfilet rand.

JS 189, 1865, L=122, 9 gr/stuk.

4182

Gembervork, contourspadel met bloem/bladmotieven en 1-puntsgravures. Binnenzijde van de vork ook gegraveerd.

JS 189, 1865, L=172, 18 gr.

4183

Roomlepeltje, contourspadel met bloemgravures, bladrand en plaathaakje aan de achterzijde. Geschulpte bak.

JS 189, 1849 (Woudsend, zeldzaam!), L=103, 16 gr.

4184

4 Koffielepels uit gewalste motiefplaat; eivormige bak gekeerd op steel gelast. Hiervan zijn ook een theeschopje en theelepeltjes bekend.

IS 127, 1843, L=123, 8,5 gr/stuk.

4185

Lepeltjes, ovale spadel, bladgravures, geo-meanders en stippelrand. Bak van suiker- en theeschepje ook gegraveerd. JS 189, 1878.

Theeschepje, L=97, 9 gr.

3 Mocca/likeurlepeltjes (set van 6), L=98, 7 gr/stuk.

Suikerschepje, L=116, 11 gr.

4186

Geboortelepel, gegoten steel, vlecht (= dubbel getorst) met moeder in lange jurk, dolfijnen en sokkel, waarop een jukdrager met melkemmertjes. Eivormige gestampte gladde bak, aan kort naaldlof gelast.

Inscriptie achterop bak, langs de rand: "Sijmen Antonides geb. 4.1.1906" en middenop: "O.A." en "T.M." onder elkaar.

JS 189, 1900, L=218, 63 gr.

Via Ryksarchyf.com en de familie-website blijkt Sijmen het 3^e van 5 kinderen te zijn van Oege Antonides en Trijntje Luitzens Mulder, 1900 gehuwd in Tietjerksteradeel, vernoemd naar zijn overgrootvader van vader-grootmoeders zijde. De 3 zonen uit dit gezin kregen geen mannelijke nakomelingen.

Door het veelvuldig kopiëren en gebruik van deze gietvorm door veel Friese zilversmeden zijn de vormen en symbolen sterk afgerond geraakt en de achterzijde glad. De openingen zijn vaak alleen (te groot) nageboord en niet uitgevijld. De eerste lepels van dit type dateren van ca 1690 en zijn in de 18^e en 19^e eeuw heel veel gemaakt. Alleen de oudste lepels geven nog een scherp en duidelijk beeld van de vormen en symbolen en zijn 2-zijdig. In minder preutse oudere tijden was de geklede moeder nog een hoogzwangere naakte vrouw.

4187

2 Roomlepels naar 18^e eeuws voorbeeld, uit één stuk gladde plaat geknipt en gedreven met haak aan het einde van de steel.

Boven: Ronde bak met geschulpte parelrand. Daarin een dorpstafreel: paard-en-wagen, akker en dorpsgezicht.

Op de steel een gegoten schildje met bol-ovalen cartouche met facetten en parelrand, omgeven door open voluten en haaks daarachter een gegoten staande leeuw, leunend op een krom zwaard.

JS 160, visje (NN023) met exportsleuteltje, klein ovaal merkje met rennende hond met halsband (fantasiekeur of Engelse inslag?)

Onder : Eivorige bak met geschulpte parelrand. Daarin een oevertafreel: skutsje, gans, molen met schuren en mannetje aan de wal.

Gladde steel met de initialen CPS en erop een gegoten schildje met gekroond brandend hart, omgeven door voluten en haaks daarachter een gegoten dansende putto met bloemruikers.

JS 160, 1891, 1^e gehalte

4188

Tabaksdoos met gedreven dekselrand in accolade contouren, gegraveerd met geraderde brede voluten. Ontstane cartouches ingevuld met bloem/bladmotieven en de centrale cartouche gegraveerd met een voorstelling van de Sneker Waterpoort en enkele grachtenhuizen.

Bollende bodem mechanisch gegraveerd met kruisende diagonale lijnen onder een scherpe hoek.

Zijkanten van evenwijdige groefjes en muntranden.

Binnenzijde van het deksel met inscriptie "Y.K. Loutenbach 1864". Persoon bekend via Ryksarchief.com en in de familie Lautenbach: geboren1841 te Wymbritsradeel, gehuwd in 1872 en overleden in 1905. Onduidelijk waarom deze eenvoudige man al op 23 jarige leeftijd zo’n kostbare tabaksdoos kreeg.

JS 189, 1864, L130xB80xH30, 134 gr.

Evengrote, soortgelijke tabaksdoos in Fries Museum, Leeuwarden met MT van C.J. Bruinings, Joure uit 1867. Andere dekselgravering en andere inscriptie. Deze doos en andere gelijkende voorwerpen suggereren een samenwerking tussen beide zilversmidsfamilies.

4189

Saladecouvert. Gecontourneerde spadels, gegraveerde met voluten en bladmotieven. Randen met geometrische band. Binnenzijde vork opengewerkt en gegraveerd; achterzijde lepel ook gegraveerd.

JS 189, 1879, vork L=260, 71 gr; lepel L=263, 88 gr.