De geschiedenis van de familie Schijfsma

Bewerkt naar de tekst van Wim Besemer uit september 2002

 

De familienaam Schijfsma is uniek in Friesland, Nederland en de wereld. De weinigen die u heden aantreft met deze familienaam zijn allen naaste bloedverwanten van elkaar. De familienaam is op een wonderlijke manier ontstaan en overgedragen.

Al lang voordat in 1811 Napoleon verordonneerde dat ook iedere inwoner van het noordelijke departement FRISE van LES PAYS-BAS een familienaam moest kiezen, werkten er pottendraaiers en -bakkers in Sneek. Eén had de bijnaam ‘Schijfsma’ en een ander de bijnaam ‘Draaijer’.

Alleen (belang)rijke burgers in Sneek en elders hadden al van oudsher een echte familienaam. Gewone lieden hadden alleen een eigen voornaam en hun vadersnaam (patronymicum) als onderscheid. In kleine leefgemeenschappen was dat vaak voldoende, maar in de opkomende steden niet en was vaders beroepsnaam in veel gevallen een gebruikelijke toevoeging, die hen door de omgeving werd toegedicht. Bij Schijfsma en Draaijer ging het in beide gevallen om een ambachtsman, die uit natte klei zijn schotels, kommen, kannen, potten en kruiken draaide op een kleine draaischijf, die hij al schoppend op de grote onderschijf in beweging hield. Dit essentiële werktuig werd de oorsprong van de familienamen Schijfsma en Draaijer.

Uit de tot dusverre beschikbare archiefstukken laat zich de volgende historie van de familienaam Schijfsma in Sneek afleiden.

De ene pottendraaier/bakker heette Izebrand Izebrands en kreeg meestal Schijfsma toegevoegd. Hij was begin 1805 bijna 40 jaar en had met zijn vrouw Tietje Ulbes nog twee zonen: Ulbe van 15 jaar en Koenraad van 2 jaar. Alle daartussen geboren kinderen waren al weer jong overleden.

De andere pottendraaier/bakker heette Jan Theunis en werd gewoonlijk Draaijer genoemd. Hij kreeg met zijn vrouw Aukje Johannes twee dochters en een zoon. In 1796 overleed zijn vrouw aan de gevolgen van de bevalling van hun jongste dochter. Toen Jan Theunis zelf begin 1805 overleed, was hij 50 jaar en werden zijn drie jonge kinderen opgevangen in het Old Burger Weeshuis van Sneek. Die kinderen waren Sytske Jans (14 jaar), Johannes Jans (11 jaar) en Aukje Jans (8 jaar).

Izebrand en Tietje hebben dit drietal daarna in huis genomen, want het weeshuis was een opvang- en doorgangshuis. Doordat de vaders vakbroeders waren, kenden de gezinnen elkaar goed en voelden Izebrand en Tietje zich moreel verplicht om de verdere opvoeding op zich te nemen. Maar dat had voor hen ook grote praktische voordelen. Izebrand kon zo ook de werktuigen, de knecht, het werk en de klanten van Jan Theunis overnemen. Bovendien kreeg zijn gehavende gezin weer een levendige invulling en behulpzame handen.

Sytske Jans kon in de huishouding helpen, maar werd, wegens de opbloeiende liefde voor de knecht Johannes Jonk van wijlen haar vader, spoedig daarna als dienstmaagd naar een bevriende pottenbakkersfamilie in Makkum gestuurd en kon zo bovendien helpen de kost te verdienen. Haar kostheer heette Douwe Annes en nam in 1811 in Makkum samen met zijn beide kinderen bij akte de familienaam Draayer aan. In 1812 trouwde Sytske in Sneek zo onder de familienaam Draaijer (die haar vader bij leven ook aangenomen zou hebben) toch met die knecht Johannes Jonk, ging in Franeker wonen en ze kregen er 5 kinderen (met de familienaam De Jong!). Bij de geboorte-aangifte van alle kinderen kreeg Sytske tot 1826 geen achternaam toegevoegd. Pas bij haar overlijdensaangifte in 1847 door haar broer, werd haar de familienaam Schijfsma gegeven, omdat Johannes die zelf toen ook al lang gebruikte.

Aukje Jans ging mee met Izebrand toen die rond 1809 naar Nyehaske verhuisde om in de huishouding te blijven helpen. Maar later keerde ze terug naar Sneek, waar ze in 1818 bij haar aanneming als lidmaat van de NH-kerk als Schijfsma werd ingeschreven, omdat ze zich als kind van Izebrand beschouwde. Zij trouwde in 1829 ook als Schijfsma met de Noord-Duitse kleermaker Heinrich Wilhelm Tönjes, die zich in Sneek had gevestigd. En ze kregen één voorkind en 4 huwelijkse kinderen, waarbij ze in de geboorte-akten als Aukje(n) Jans Schijfsma werd benoemd.

Johannes Jans (11jr) werd in 1805 naast zoon Ulbe (15jr) en Johannes Jonk (19jr) de jongere knecht van Izebrand Izebrands, getuige een drijfbol voor visnetten, die ook door pottenbakkers werden gemaakt, met zijn naam ‘Jh.Jans 1807’ (zie hiernaast).

Johannes ging rond 1809 met Izebrand mee toen hij met vrouw en kleine zoon naar Nyehaske verhuisde. Zoon Ulbe moest inmiddels soldaat worden en Johannes Jonk bleef in Sneek.

Izebrand werd in 1811 in Nyehaske ongewild als Ysbrand Ysbrands Scheepsma met zijn beide zonen in de naamaannemingsakte beschreven, maar tekende gebrekkig met Scheeisma, waarmee hij Schijfsma bedoelde. In latere akten werden Ysbrand en zijn nakomelingen steeds Schijfsma genoemd.

In naamaannemingsakten werden eventuele weeskinderen niet benoemd. Die bleven zonder officiële voogd eigenlijk naamloos, totdat ze dit als volwassene in latere akten zelf aanduidden. In 1817 werd Johannes Jans, terug in Sneek, als Schijfsma aangenomen als lidmaat van de NH-kerk, onder welke familienaam hij daar in 1819 ook trouwde.

Van Ulbe Izebrands Schijfsma is na de naamaanneming niet meer iets teruggevonden. Hij is waarschijnlijk met de legers van Napoleon naar Rusland opgetrokken en daar gesneuveld.

Maar Koenraad Ysbrands Schijfsma trouwde in 1834 en kreeg 3 dochters en een zoon. Zijn enige stamhouder Sake Koenraads Schijfsma overleed echter in 1849 al op 11 jarige leeftijd in een vaartuig in Sloten. Zijn dochters trouwen alle drie en kregen nakomelingen, maar die heetten geen Schijfsma meer.

Daarmee stierf de naam Schijfsma van de oorspronkelijke pottenbakker Izebrand uit.

Maar zijn familienaam leeft nu nog voort via zijn aangenomen wees en jonge knecht Johannes Jans, zonder dat deze zijn naam Schijfsma ooit officieel heeft aangenomen. Als zijn vader was blijven leven, zouden hij en zijn zussen in 1811 Draaijer of Dra(a)yer zijn gaan heten. Maar het lot heeft anders beschikt.

In heel Friesland was verder ook geen enkele pottendraaier/bakker of ander gezinshoofd, die de familienaam Schijfsma rond 1811 had aangenomen. Dit maakt Johannes Jans tot de enige stamvader van de huidige Schijfsma’s.

Hedentendage, in september 2002 zijn er drie naamdragers van de Schijfsma’s en drie stamhouders van de Schyfsma’s. Deze eerste officiële spellingvariant ontstond in 1947 en 1948 bij geboorteaangiften in Tunis, omdat daar de Hollandse ij moeilijk lag en de aangevende vader de y internationaal bruikbaarder vond.

terug naar hoofdpagina